Regels tot succes bij sprint orientering

Anne-Margrethe Hausken (WorldCup overwinning 2008)
Anne-Margrethe Hausken (WorldCup overwinning 2008) Foto door: Lucie Babel

Komend weekend zal het NK sprint 2013 plaats vinden in Harderwijk. Voor sprint orientering heb je een net iets andere set vaardigheden nodig dan bij een, klassieke, orienteringsloop in het bos. De uitdaging: razend snel nemen van beslissingen, micro- en macro routekeuzes en het ontwijken van door de baanlegger gecreerde ‘valkuilen’.

De Noorse voormalig Europees- en Wereldkampioene Anne-Margrethe Hausken zette een aantal jaren geleden een aantal “regels tot succes” op papier voor sprint orientering. Deze regels zijn later door anderen, waaronder de Britse sprint specialist Murray Strain, verder aangescherpt.

Start met gematigd
Probeer opweg naar de eerste post zoveel mogelijk details op de kaart te lezen. Neem eventueel wat snelheid terug. Op deze manier krijg je al snel een goed gevoel bij de schaal van de kaart (meestal 1:4000 of 1:5000) en kun je
wennen aan de tekenstijl van de kaart. Daarnaast kun je eventueel alvast vooruit kijken naar een aantal uitdagende legs verder in de baanlegging. Een sprint wedstrijd win je niet op de eerste leg, maar je kunt de wedstrijd hier wel verliezen.

Simplificeer
Kijk ver vooruit (hoofd opgericht) en zorg dat je prominente gebouwen of andere opvallende objecten op je route identificeerd. Het simplificeren en “afstrepen” van deze objecten zorgt voor het zelfvertrouwen om bijna de
gehele leg op volle snelheid te lopen. Op het einde van de leg matig je de snelheid voor micro-orientering naar je post.

Loop via soepele lijnen
Zorg voor een hoge snelheid door de meest soepele lijn te lopen in plaats van telkens te zigzaggen en vele bochten te maken. Soms kun je een leg sneller lopen door wat om te lopen maar door minder bochten te maken en dus constant op topsnelheid te lopen.

Plan je leg omgekeerd
Net zoals bij een klassieke orienteringsloop kijk je naar de gehele leg. Je kiest een aanvalspunt en kijkt in een vroeg stadium naar de aanloop en wegloop richting bij de controlepost. Onthoud dat veel baanleggers zullen proberen je te laten doodlopen op je route als je niet zorgvuldig de kaart leest. Let daarnaast op eventuele hoogte verschillen: niet is zo frustrerend om horizontaal slechts 5 m van de post verwijdert te zijn, maar verticaal 10m. Trappen zijn een goede indicatie van hoogteverschillen.

Blijf in controle
Blijf in controle over je techniek. Het gaat om de perfecte balans tussen hard lopen en helder blijven nadenken en kaart lezen.

Accepteer onverwachte situaties
Accepteer dat er zich onverwachte situaties kunnen voordoen. Geparkeerde auto’s, verkeer en voetgangers kunnen een snelle doorgang blokkeren. Raak niet in paniek of laat je afleiden. Focus en ga door met de wedstrijd.

Leer van anderen
Leer van de ervaringen en fouten van anderen. Evalueer je wedstrijd na afloop met anderen.

Vrij vertraald naar: 7 Laws of sprint orienteering (27-04-2013)
De regels bij sprint orientering door Anne-Magrethe Hausken (30-08-2006) (Noors)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.